1. Heb je wel eens gewenst dat je iemand anders was?

Regelmatig.
Soms.
Nooit.

2. Je moet op je werk een presentatie geven voor het voltallige personeel. Wat doe je?

Ik meld mezelf ziek; dit kan ik niet aan.
Ik dek mij op voorhand in door te zeggen dat ik slecht voorbereid ben.
Ik kijk er naar uit; men zal onder de indruk zijn van mijn visie en voorkomen.

3. Er is een vliegtuigramp gebeurd en je gaat volgende week op vliegvakantie. Wat doe je?

Ik annuleer mijn vakantie. Ook al moet ik alles betalen.
Ik annuleer alleen mijn vakantie als ik mijn geld kan terugkrijgen.
Statistisch is vliegen de veiligste reismethode. Ik ga lekker op vakantie.

4. Iemand heeft het over een collega van je en hoe geweldig slim, mooi en aardig deze wel niet is. Ben je jaloers?

Vreselijk! Ik kan die ander niet uitstaan.
Een beetje. Ik zou wel iets meer op hem/haar mogen lijken.
Nee hoor; ik ben ook heel leuk, slim en knap.

5. Je hebt je vakantiefoto's opgehaald. Haal jij de foto's waar je slecht op staat eruit voordat je ze aan anderen laat zien?

Ja, en bij de andere foto's retoucheer ik min onderkin weg.
Alleen de allerergste gooi ik weg.
Nee. Ik ben heel fotogeniek en sta overal leuk op.

6. Pas jij je gedrag en je uiterlijk aan mensen in jouw omgeving aan?

Heel vaak.
Soms, maar vooral bij zakelijke ontmoetingen of een speciaal feestje.
Nooit. Ik ben zoals ik ben en dat is goed.

7. Hoe gedraag jij je op een feestje waar je bijna niemand kent?

Ik ben het bekende muurbloempje.
Ik kijk even de kat uit de boom en meng me dan in het gezelschap.
Ik voer het hoogste woord.

8. Wat voor cijfer zou jij jezelf geven?

Een vier of een vijf.
Een zeven of een 8.
Een negen; ik ben net niet perfect.

9. Waar denk je aan bij het woord 'snijboon'?

Ik hoop dat ik dat niet ben.
Ik ken er wel een paar.
Eten.

10. Een vriend wijst jou op je slechte eigenschappen. Hoe reageer jij?

Ik sluit me drie dagen op in mijn huis en balanceer op het randje van depressie.
Met sommige dingen heeft hij gelijk; ik ben nu eenmaal niet perfect. Wie wel?
Die jongen praat echt onzin.

11. Welke van de drie volgende eigenschappen is het meest op jou van toepassing?

Zorgelijk
Bewogen
Nuchter

12. Je hebt een heftige discussie met een vriend. Wat denk je.

Hij is wel erg overtuigd van zijn gelijk. Ik zal er wel naast zitten.
De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.
Hij zal uiteindelijk inzien dat ik gelijk heb. Omdat ik altijd gelijk heb.

Zelfvertrouwentest

Hoe veel zelfvertrouwen heb je eigenlijk?