Stroomdiagrammen oefenen

Stroomdiagrammen, stroomschema's of Flow charts kunnen onderdeel zijn van een intelligentietest of assessment. Vaak worden stroomdiagrammen ingezet bij assessments voor technische functies zoals software engineer. Door te oefenen met het doorlopen van een stroomdiagram ben je beter voorbereid op een assessment. Hieronder worden de twee meest voorkomende typen stroomdiagrammen uitgelegd. Wil je direct oefenen, ga dan naar de IQ test training.

IQ test training met stroomdiagrammen

Verhoog je IQ score, scoor beter bij een assessment. Oefen onbeperkt veelvoorkomende IQ vragen, waaronder stroomdiagrammen! Meer informatie

Bekijk de IQ test training

Stroomdiagrammen Type 1

Bij deze stroomdiagrammen wordt er een legenda en een diagram gegeven:

image/svg+xml figuur komt op gevraagde eigenschap overeen met controlefiguurC = controlefiguurS = startfiguurVergelijkingsdiagram:Veranderingsdiagram:figuur komt op gevraagde eigenschap niet overeen met controlefiguur
image/svg+xmlCS?

De bedoeling van deze opdracht is om met het startfiguur de verschillende punten van het stroomdiagram te doorlopen en zo te bepalen wat het eindfiguur is. Er zijn twee soorten punten die je tegen kunt komen:

  1. Bij het achthoekige veranderingsdiagramverandert het figuur, afhankelijk van de stippen:
    • Staat er op de bovenste rij een stip, dan beweegt de stip in het figuur van boven naar beneden of andersom.
    • Staat er op de middelste rij een stip, dan verandert de kleur van het figuur van wit naar zwart of andersom.
    • Staat er op de onderste rij een stip, dan beweegt de stip in het figuur van links naar rechts of andersom.
  2. Bij het ronde vergelijkingsdiagrambepaal je of op dat moment het figuur gelijk is aan het controlefiguur (C), afhankelijk van de stippen:
    • Staat er op de bovenste rij een stip, vergelijk dan de verticale positie van de stip in de figuur met het controlefiguur.
    • Staat er op de middelste rij een stip, vergelijk dan de huidige kleur van het figuur met het controlefiguur.
    • Staat er op de bovenste rij een stip, vergelijk dan de horizontale positie van de stip in de figuur met het controlefiguur.

    Komt de betreffende positie of kleur overeen met de controlefiguur (C), volg dan het plusteken (+), komt deze niet overeen dan volg je het minteken (-). Als er stippen op meerdere rijen in de vergelijkingsdiagram staan, maak dan meerdere vergelijkingen tegelijkertijd.

Na het beantwoorden van de vraag krijg je een uitgebreide uitleg te zien waarin alle stappen beschreven worden:

image/svg+xmlCDEBVerandering: bolletje verplaatst verticaal en horizontaal en verandert van kleurVergelijking: verticale positie komt overeen, dus volg het plus-tekenVerandering: bolletje verplaatst verticaal en verandert van kleurVerandering: bolletje verplaatst verticaal en horizontaal en verandert van kleur1.2.3.4.AABStapVoorControleLocatieActieNaCDCS

Stroomdiagrammen Type 2

image/svg+xmlABCDELegendaStartEindeFunctie?XRRZGeen van de optiesWelk eindstadium heeft het figuur?XZ

Bij deze stroomdiagrammen wordt er een startfiguur gegeven:

image/svg+xml

Dit startfiguur zal vervolgens een aantal operatoren passeren (in dit voorbeeld X en Z):

image/svg+xmlXZ

Zodra het startfiguur deze operatoren passeert, zal het startfiguur enkele veranderingenondergaan. Vervolgens wordt er gevraagd hoe het figuur er uit zal zien na het passeren van deze operatoren:

image/svg+xml?

Daarbij kan gekozen worden uit de verschillende antwoordmogelijkheden.

Om te bepalen welke veranderingen het figuur zal ondergaan, moet de betekenis vande operatoren X en Z bepaald worden. Deze betekenis kan herleid worden uit de legenda:

image/svg+xmlStartEindeFunctieXRRZ

In de legenda staan ook enkele stroomdiagrammen onder elkaar. In dit voorbeeld zijn het er twee, maar in de meeste opgaven zijn het er vier.

In tegenstelling tot de opgave, is de legenda wel compleet ingevuld: een startfiguur,een functie met operatoren en een eindfiguur. Op basis hiervan kan de betekenis van de operatoren worden afgeleid.

Je kunt zien dat in het eerste stroomdiagram het figuur twee veranderingen ondergaat:

  • het figuur draait 180 graden.
  • het figuur verandert van kleur.

Deze twee veranderingen worden veroorzaakt door de operatoren X en R. Het is nuechter niet duidelijk, welke operator voor welke verandering zorgt. Daarom zal er ook gekeken moeten worden naar het tweede stroomdiagram.

In het tweede stroomdiagram ondergaat het figuur ook twee veranderingen:

  • het figuur verandert van kleur.
  • het figuur verandert van grootte.

Deze twee veranderingen worden veroorzaakt door de operatoren R en Z.Nu alle veranderingen bekend zijn, wordt snel duidelijk welke operator voor welke verandering zorgt. In beide stroomdiagrammen verandert het figuur van kleur, dus zal de operator die in beide functies staat, daar verantwoordelijk voor zijn. Dat is in dit geval operator R. Dat betekent automatisch dat operator X zorgt voor een draaiing van 180 graden en operator Z zorgt voor de verandering van grootte.

Met deze kennis kan er teruggekeerd worden naar de opgave. Het startfiguur komt langs operator X (draaiing van 180 graden) en operator Z (verandering van grootte). De oplossing is dus antwoord A. Hieronder is de legenda en de oplossing overzichtelijk uitgewerkt.

image/svg+xmlStartEindeFunctieRRXZX = figuur draait 180 gradenR = figuur verandert van kleurZ = figuur verandert van grootteR = figuur verandert van kleurX = figuur draait 180 gradenZ = figuur verandert van grootte

IQ test training met stroomdiagrammen

Verhoog je IQ score, scoor beter bij een assessment. Oefen onbeperkt veelvoorkomende IQ vragen, waaronder stroomdiagrammen! Meer informatie

Bekijk de IQ test training