Logische intelligentie: analogieën

Een soort vraag die je tegen kunt komen in een IQ test is de analogie. Bij analogieën wordt van je gevraagd dat je onderlinge verhoudingen tussen objecten of constructen op de juiste wijze inschat. Meestal kun je kiezen uit verschillende antwoorden. Een voorbeeld:

Zwijn staat tot varken als ..... staat tot koe.

Voorbeeld van een analogie

  • Schaap
  • Buffel
  • Paard
  • Geit

Het juiste antwoord is buffel. De overeenkomst: zwijn en buffel zijn de wilde varianten van varken respectievelijk koe.

Vraagvorm van analogieën

Een analogie heeft altijd de vorm A : B als C : D. Wil je zelf analogieën bedenken dan moet bij het juiste antwoord, de verhouding tussen C en D precies hetzelfde zijn als tussen A en B. Het is een uitdaging om foute antwoordalternatieven te kiezen die niet al te gemakkelijk zijn. Ze moeten fout zijn, maar wel (enigszins) aan het goede antwoord gerelateerd zijn. In bovenstaande voorbeeld betreffen alle antwoorden, ook de foute, bijvoorbeeld allemaal dieren. Van hele andere antwoorden, zoals 'bal' of 'groen', zou je meteen zien dat ze fout zijn. Dan wordt de testvraag te gemakkelijk. Het maken van analogieën kan best lastig zijn, vooral ook omdat de vraag eenduidig moet zijn en dus geen alternatieve oplossingen moet hebben die 'ook goed' zouden kunnen zijn.

Oefenen

Je kunt analogieën ook oefenen. Bijvoorbeeld met de analogieën test of de dubbele analogieën test van 123test.

Lees verder over numerieke intelligentie cijferreeksen.