Cognitieve ontwikkeling en gemiddeld IQ

De cognitieve ontwikkeling van de mens is gekoppeld aan zijn/haar leeftijd. Met elk jaar dat een kind ouder wordt, wordt het slimmer. Aan het einde van de puberteit is de cognitieve ontwikkeling gestabiliseerd. Een 18-jarige doet dan een IQ test amper nog beter dan een 16-jarige. Zijn mensen gezond dan blijft de intelligentie tot zeker na het 65e levensjaar stabiel. Rond het 75e begint de achteruitgang: mensen gaan dan steeds slechter presteren op IQ testen. Om deze reden zijn volwassenen van alle leeftijden redelijk goed direct met elkaar te vergelijken.

Het deviatie-IQ

Simon en Binet, de bedenkers van de eerste intelligentietesten, berekenden het IQ als (mentale leeftijd/werkelijke leeftijd) X 100. Dit is natuurlijk prima als het gaat om kinderen. Maar, omdat volwassenen niet met elk jaar nog slimmer worden, is dit geen goede manier om het IQ voor volwassenen te berekenen. Daarom is men, ook voor kinderen, overgestapt op het zogenaamde deviatie-IQ. Het deviatie-IQ vergelijkt iemands score op een IQ test met het gemiddelde IQ van iemand van die leeftijd op de test. Dat gemiddeld IQ staat gelijk aan 100. Heb je een score hoger dan 100 dan ben je slimmer dan de gemiddelde persoon van jouw leeftijd, heb je een lagere score dan ben je (wat) minder slim dan de gemiddelde persoon van jouw leeftijd. Op deze manier is de mate van cognitieve ontwikkeling uitgedrukt als een IQ cijfer goed te meten. Het gemiddelde IQ van je leeftijdsgenoten is dus altijd 100.

Lees verder over het Flynn effect of doe een IQ test waarbij je score wordt vergeleken met de Nederlandse beroepsbevolking.

Wat is je echte IQ? Bepaal je IQ ten opzichte van de Nederlandse beroepsbevolking.

Als beste getest! COMPUTER IDEE

Naar de test