Beroep joodse slachter

Joodse slachters slachten dieren en behandelen karkassen van koosjer vlees voor verdere verwerking en distributie. Zij slachten dieren zoals vermeld in de joodse wet en volgens de rituelen.

Persoonlijkheidstypen

• Realistisch / Conventioneel

Kennis

• Wetgeving voor producten van dierlijke oorsprong

  De toepasselijke wettelijke voorschriften inzake temperatuur, afvalmaterialen, traceerbaarheid, etikettering, verhandeling en het vervoer van producten van dierlijke oorsprong. 

• Organen van warmbloedige dieren

  Het verschil tussen witte en rode organen van warmbloedige dieren en hun plaats in het lichaam. De maag is een voorbeeld van een wit orgaan, terwijl het hart, de lever of de longen tot de rode organen behoren. De normen voor een juiste behandeling van deze organen.

• Documentatie over vleesproductie

  Beschikken over inzicht in de wettelijk voorgeschreven identificatiedocumenten en -merktekens met betrekking tot verplaatsingen, identificatie en gezondheidstoestand van dieren. Beschikken over inzicht in commerciële boeken over vleesproductie.

• Thora

  De studie van de leringen en interpretaties van het fundamentele verhaal van het Joodse volk, alsook van de omvattende Joodse tradities en cultuur.

• Anatomie van dieren voor voedselproductie

  De anatomie van dieren, hun organen en hun functies, alsook het gebruik van deze organen voor de voedselproductie.

Vaardigheden

• Vleesverwerkende apparatuur in koelcellen bedienen

  Karkassen in en uit de koelruimte duwen zoals gespecificeerd. Voor deze ruimte specifieke apparatuur gebruiken om vlees en vleesproducten te hanteren.

• Productievoorschriften voor voedingsmiddelen en dranken toepassen

  Nationale, internationale en interne vereisten toepassen en volgen die worden vermeld in normen, voorschriften en andere specificaties met betrekking tot de productie van voedsel en dranken.

• Goede productiepraktijken toepassen

  Voorschriften toepassen met betrekking tot de productie van levensmiddelen en de naleving van de voedselveiligheid. Gebruik maken van voedselveiligheidsprocedures op basis van Good Manufacturing Practices (goede productiepraktijken).

• Omgaan met het doden van dieren

  Zonder emoties omgaan met het proces van het slachten en het behandelen van karkassen.

• Dierlijke karkassen inspecteren

  Inspecteren van dierlijke karkassen op non-conformiteiten zoals abcessen of verontreinigingen en deze indien mogelijk corrigeren. Monsters nemen voor laboratoriumonderzoek. Registraties maken van non-conformiteiten en/of bevindingen.

• Slachthuisinstallaties bedienen

  Slachthuisinstallaties bedienen waar het villen, openen, verwijderen van organen, splitsen en verwerken van geslachte dieren plaatsvindt.

• Gevarenanalyse van kritische controlepunten toepassen

  De voorschriften voor de productie van levensmiddelen en de naleving van de voorschriften inzake voedselveiligheid toepassen. Gebruik maken van procedures voor de voedselveiligheid op basis van de kritische controlepunten Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP risicoanalyse en kritische controlepunten).

• Karkassen van dieren scheiden

  Karkassen en organen van dieren scheiden in grotere subesecties zoals kop en ledematen, deze uitbenen en snijden.

• Dieren voor voedselproductie wegen

  De karkassen van dieren wegen en classificeren en ze toewijzen aan een slachthuisklant.

• Identificatie van dieren volgen

  De identificatie van dieren volgen die aankomen in het slachthuis. De juiste procedures voor juridische, kwaliteits- en administratieve procedures garanderen om de identificatie en traceerbaarheid tijdens het productieproces te behouden.

• Karkassen schoonmaken

  Organen, vet, ruggenmerg en het middenrif van karkassen verwijderen. Het karkas reinigen volgens vastgestelde procedures om een uiteindelijke presentatie van het karkas te verkrijgen.

• Vleesproducten voor verscheping voorbereiden

  Voorbereiden van karkassen, eetbare vleesproducten en niet-eetbaar slachtafval door wegen, verpakken, etiketteren en laden op vleeswagons voor verzending.

• Kleurverschillen aangeven

  Verschillen tussen kleuren identificeren, zoals kleurschakeringen.

• Met uitwerpselen omgaan

  Omgaan met uitwerpselen, sterke geuren en dierlijk afval zonder zich overweldigd te voelen.

• Organen van vee verwerken

  Organen van vee en andere bijproducten verwerken voor de verwerking van vlees. Het verwijderen van organen uit karkassen en het uitvoeren van activiteiten zoals het snijden of verdelen van delen, het wassen van organen, het uitvoeren van specifieke behandelingen, de verpakking en de etikettering.

• Dieren slachten

  De halsslagader doorsnijden of door het hart van een dier steken om het te doden. Al het bloed uit het dier laten lopen. Bloed verzamelen voor levensmiddelen, diervoeders of andere industriële doeleinden.

• Snijapparatuur onderhouden

  Onderhoud van de snijapparatuur (messen, snijders en andere elementen).

• Slachtmessen gebruiken

  Verschillende soorten messen en snijtools gebruiken voor het slachten. Technieken gebruiken voor het gebruik van de messen. De juiste messen kiezen voor het uit te voeren werk. De messen onderhouden.

• Met bloed omgaan

  Omgaan met bloed, organen en andere interne delen, zonder hier overstuur van te worden.

• Sterke geuren verdragen

  Een sterke geur tolereren afkomstig van waren die tijdens de productie worden verwerkt.

• Dierenwelzijn bij slachtpraktijken waarborgen

  De behoeften van de dieren respecteren en de voorschriften inzake dierenwelzijn in de sector vlees en vleesproducten toepassen. Juist reageren op problemen bij dieren van het uitladen tot op het moment van de bedwelming.

• Dieren villen

  Dieren op passende wijze villen, rekening houdend met het uiteindelijke doel van de huid. De huid van een dier verwijderen ter voorbereiding van het verwerken van het karkas, of om de huid of vacht te gebruiken. Gebruik maken van onthuiden voor kleinere dieren, waarbij een incisie wordt gemaakt rondom de voeten en de huid eraf wordt getrokken als een sok. Indien een niet-invasieve slachtmethode, zoals vergassen of kloppen, op een pelsdieren wordt gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat het dier dood is voordat het wordt gevild. Het gebruik van open villen voor grote dieren, waar een insnijding langs de buik wordt gemaakt. De benodigde apparatuur voor het villen gebruiken.

• Temperatuur in het productieproces van levensmiddelen en dranken volgen

  Volgen en controleren van de vereiste temperaturen in de verschillende productiefasen totdat het product de juiste eigenschappen heeft bereikt volgens de specificaties.

• Dieren in nood controleren

  Controleren van noodlijdende of in paniek geraakte dieren veilig en zonder het dier schade te berokkenen slachten.

• Hygiëne waarborgen

  Werkplaatsen en uitrusting vrijhouden van vuil, infectie en ziekte door afval te verwijderen en te zorgen voor een passende reiniging.

Optionele kennis en vaardigheden

Source: Sisyphus ODB